Info voor je boekbespreking

Wil je een boekbespreking houden over een van mijn boeken?
Ik geef je hieronder zoveel mogelijk info, beelden en foto’s.
Wil je meer weten, kun je me altijd mailen!

Over mij

Wanneer en waar ben je geboren?
27 maart 1985 in Purmerend.

Ben je getrouwd en heb je kinderen?
Niet getrouwd, maar al 13 jaar verkering met Wouter. Onze dochter heet Julia.

Heb je broers en zussen?
Ja, twee oudere broers: John en Rick. We schelen 9 en 11 jaar in leeftijd.

Op welke scholen heb je gezeten?
De Sint Jozef basisschool in de Rijp, het Da Vinci College in Purmerend (HAVO), het Grafisch Lyceum in Amsterdam (vormgeving), de Willem de Kooning Academie in Rotterdam (advertising) en de Hogeschool van Amsterdam (ScriptPlus).

Heb je huisdieren?
Ik heb een fazant, een konijn en vier kippen.

Wat is je lievelingskleur? Groen.

Wat is je lievelingseten? Spaghetti, cracker met kaas/sambal/ komkommer, zelfgemaakte tonijnsalade, pastasalade, patat oorlog met ui, smoothies.

Wat voor werk heb je gedaan voordat je kinderboekenschrijver werd?
Schoonmaakster-koffiezetter-harenveger-boodschappendoener bij de kapsalon van mijn vader, bollenpellen, thuiszorg, beeldbewerker bij een fotograaf, grafisch vormgever, art-director in de reclame, docent creatieve communicatie.

Over het schrijverschap

Vind je het leuk om boeken te schrijven?
Ja, heel erg!

Wilde je altijd al schrijver worden?
Nee, vroeger wilde ik kapster of binnenhuisarchitect worden.

Hoe oud was je toen je begon met schrijven?
Ik schreef op zesjarige leeftijd al korte verhaaltjes. Op mijn twaalfde won ik een schrijfwedstrijd van de bibliotheek in de Rijp! Later schreef ik voor mijn werk als art-director ook reclameteksten, maar pas op mijn 24stebegon ik met kindergedichten schrijven. Op mijn 25stestartte ik met de opleiding Proza voor Kinderen bij ScriptPlus en sindsdien schrijf ik voor het ‘echie’.

Wat heeft je geïnspireerd om schrijver te worden?
Toen ik in de reclame werkte, maakte ik heel veel creatief werk, zoals tv- en radiocommercials, campagnes en posters. Maar ik had het gevoel dat niemand daar echt op zat te wachten. Ik wilde verhalen maken waar mensen naar wílden luisteren, omdat ze er echt voor kozen. Zelf ben ik gek op mooie illustraties en kinderboeken, dus begon ik gedichtjes te schrijven. Kinderen werden daar blij van! En ik dus ook 🙂.

Hoe ben je een gepubliceerde auteur geworden?
Ik heb vijf van mijn kindergedichtjes naar twaalf uitgeverijen opgestuurd. Ik werd elf keer afgewezen, maar Clavis vond het erg leuk en wilde meer van me lezen. Toen ben ik op kantoor in Amsterdam op gesprek gegaan, waar ik met de baas van Clavis praatte over mijn liefde voor schrijven. Daar ontstond Waar de wind waait, mijn eerste bundel!

Wat was het eerste boek dat je publiceerde?
Waar de wind waait, in 2017.

Hoe oud was je toen je eerste boek uitkwam?
Ik was 32 jaar.

Zou je ooit nog van baan veranderen?
Nee, de combinatie van schrijven en grafisch ontwerpen is de leukste die er is.

Wilde je eigenlijk de tekeningen in het boek zelf maken?
Ik zou het wel willen, en kan ook wel tekenen, maar niet goed genoeg om echt een boek te illustreren. Dan zou ik nog even door moeten oefenen! En een eigen stijl vinden, net zoals in het schrijven.

Hoe voelt het als een uitgever je boek wilt uitgeven?
Als een droom die uitkomt!

Heb je advies voor boekenschrijvers in spé?
Wees geduldig. Oefen lang en schrijf veel, voordat je iets opstuurt naar een uitgever. Je maakt maar een keer een eerste indruk; zorg dat die goed genoeg is. En ook belangrijk: zoek een kritisch schrijfmaatje!

Hoe kan ik een uitgever vinden?
Ik maakte zelf een lijst met alle uitgevers die ik mooie boeken vond maken. Uit die lijst maakte ik een top tien, waarvan ik dacht dat mijn eigen boeken erbij zouden passen. Ik heb goed op hun websites gekeken naar wat ze vragen: sommige uitgevers willen alleen digitaal werk, anderen alles per post, zonder dat het gebonden is. Ik heb een goede cv over mezelf gemaakt, en daarin geschreven waarom ik juist bij hún wilt uitgeven. Ik voegde een samenvatting van mijn boek en de hoofdpersonen bij. Dat is een goede manier! En: zorg dat je opvalt, en alles zonder spelfouten opstuurt.

Over schrijven

Waar haal je je ideeën vandaan?
Veel ideeën ontstaan ‘zomaar’: onder de douche, met een glas wijn in de tuin, of in de auto. Soms krijg ik ideeën van dromen die ik heb. Dan word ik met hartkloppingen wakker en grijp meteen naar mijn telefoon: opschrijven voor ik het vergeet! Dan komt het lange nadenken, onderzoek doen, karakters ontwikkelen. Vaak kijk in dan naar mensen uit mijn eigen omgeving of jeugd, en overdrijf eigenschappen tot ik karakters heb die interessant genoeg zijn voor in een boek.

Hoe bedenk je de titels?
Soms komt een titel uit het verhaal zelf, soms bedenk ik het aan het begin en soms pas aan het einde. Dat is dus heel verschillend! Dat een titel de aandacht trekt is erg belangrijk, en dat het in het kort iets essentieels zegt over je boek.

Zijn je verhalen waar?
Nee, maar er zitten wel vaak situaties in die ik, of iemand uit mijn omgeving, heeft meegemaakt. In mijn derde boek heeft een van de hoofdpersonen bijvoorbeeld een stier die Herbie heet, waar ‘ie op kon rijden. Dat is waargebeurd, bij mijn vriend Wouter. In Olle en de Boekenvloek komen personen en locaties voorbij uit de Rijp, het dorp waar ik ben opgegroeid.

Hoe lang duurt het om een boek te schrijven?
Best wel lang, omdat naast het schrijven ook grafisch ontwerper ben. Ik schrijf vaak in de avonden en in het weekend, en het duurt in totaal vaak een jaar om een boek te schrijven.

Hoe bedenk je een goed einde van je boek?
Mijn schrijfgenoten en ik benadrukken het altijd maar weer: onze verhalen moeten Weerstand hebben! Dat betekent dat de hoofdpersoon een probleem moet hebben, anders is er niets interessants om over te schrijven. Bij het schrijven van het einde is het belangrijk dat dat probleem op de beste, meest spannende en originele manier wordt opgelost. Daar moet je dus goed over nadenken!

Zijn de karakters van je boek gebaseerd op echte mensen?
Niet totaal: ik neem karaktereigenschappen van mensen die ik ken, maar bedenk er heel veel zelf bij. Soms is het voor het verhaal handig als een personage bepaalde karaktertrekken heeft. De karakters staan vaak in dienst van het verhaal, en andersom. Met kleine trekjes van bekende mensen! Soms ook die van mezelf, want ik ken mezelf natuurlijk het beste.

Wie zijn je favoriete schrijvers?
Roald Dahl, Shell Silverstein, Toon Tellegen, Jaap Robben, Patrick Ness, en nog vele anderen.

Aan welk boek werk je nu?
De jongen die om mijn hart heen woonde (vanaf 12 jaar).